- Geplaatst door Tom Heijm
- Op 24 oktober 2015
- 0 Comments

Verdwijnt er geld uit de kassa? Klust een zieke werknemer stiekem bij? Wordt een tankpas misbruikt? Het zijn allemaal vragen waar u als werkgever mee te maken kunt krijgen. Vragen die beantwoord moeten worden om (verdere) bedrijfsschade te voorkomen. Lukt dit u zelf niet? Dan kan een recherchebureau uitkomst bieden. Bijvoorbeeld door de inzet van verborgen camera’s op de werkvloer. Maar mag dit zomaar?
Bedrijfsfraude (interne criminaliteit) is een probleem waar helaas veel werkgevers tegenaan lopen. Het ophangen van een camera is dan een mogelijke oplossing. Maar wat is wel en niet toegestaan?
Het wettelijk uitgangspunt is dat heimelijk cameratoezicht op de werkvloer niet is toegestaan, tenzij een concreet vermoeden bestaat van onrechtmatig gedrag. Is hiervan geen sprake, dan loopt de werkgever het risico dat een rechter de verkregen camerabeelden afwijst als bewijs.
Voorwaarden heimelijk cameratoezicht werkvloer
Naast het bestaan van een concreet vermoeden, moet heimelijk cameratoezicht aan de volgende voorwaarden voldoen:
- de betrokken werknemer moet vooraf in kennis zijn gesteld over het mogelijke gebruik van verborgen camera’s. Bijvoorbeeld in een arbeidsvoorwaardenreglement, de arbeidsovereenkomst of collectieve arbeidsovereenkomst (cao);
- het gebruik van verborgen camera’s moet noodzakelijk zijn om het vereiste bewijs te verkrijgen. Is een minder vergaand middel mogelijk, zoals het doelgericht controleren van bepaalde e-mails, dan moet dit (eerst) worden ingezet;
- de waarneming moet tijdelijk zijn en mag niet langer duren dan noodzakelijk is;
- de werkgever moet, zodra het onderzoek dat toelaat, de betrokken werknemer informeren en horen over de verkregen beelden;
- de verkregen beelden mogen maar met een beperkt aantal personen worden gedeeld, zoals de betrokken rechercheur, de leidinggevende van de betrokken werknemer en de directeur van de onderneming.
Waarheidsvinding versus privacy
Soms is aan een van de voorwaarden niet voldaan. Bijvoorbeeld wanneer de betrokken werknemer niet van te voren wist dat verborgen camera’s konden worden ingezet. Een rechter moet in dat geval bepalen of hij de camerabeelden toch als bewijs meeneemt in zijn beslissing. Vindt hij de waarheidsvinding belangrijker dan de privacy van de werknemer, dan laat hij de camerabeelden meewegen. Maar alleen als het heimelijk cameratoezicht aan de overige voorwaarden voldoet. Zorgvuldigheid is hier dus troef.
Doorslaggevende rol in arbeidsrechtelijke (ontslag)procedures
In arbeidsrechtelijke (ontslag)procedures speelt heimelijk cameratoezicht soms een doorslaggevende rol. Het kan leiden tot een geldig ontslag van een werknemer. En belangrijker nog, tot het beperken van verdere bedrijfsschade. Was de inzet van verborgen camera’s noodzakelijk, dan kan een werkgever (een deel van) de kosten hiervan verhalen op de betrokken werknemer.
De NRID (onderdeel van Recherchebureau Heijm) helpt werkgevers bij het aantonen van onrechtmatig gedrag van werknemers. Neem vrijblijvend contact op voor meer informatie wanneer u wordt geconfronteerd met een werknemer die over de schreef gaat.
0 Reacties